Jurisprudentie verkeersboetes

Terug

Samenvatting van recente uitspraken van de hoogste rechter over verkeersboetes.

15 januari 2016  (nr. WAHV 200.152.663) Sanctie ter zake van "als bestuurder van een voertuig rijden, terwijl de dimlichten niet aan de eisen voldoen." Voor de beoordeling of de gedraging is verricht, is niet van belang of de dimlichten volgens de verkeersregels ook gevoerd moesten worden. Zijn de dimlichten aangezet, dan dienen ze beide goed te werken. De agent constateerde dat de ene koplamp brandde en de andere niet. Gedraging verricht. Geen sprake van overmacht. Discretionaire bevoegdheid van de verbalisant. 

17 december 2015  (nr. WAHV 200.152.227) Er is een sanctie opgelegd ter zake van feitcode R315B: "als bestuurder van een motorrijtuig niet de rijbaan gebruiken (bijv. laten stilstaan op een trottoir/voetpad etc)." Vastgesteld wordt dat de auto van de betrokkene met de achterwielen in het parkeervak stond en met de voorwielen in de ernaast gelegen groenstrook. Deze plaats is "een ander weggedeelte" als bedoeld in 10 RVV. De gedraging is niet verricht en de inleidende beschikking wordt vernietigd. Voor eventuele wijziging van de feitcode in hoger beroep is i.c. geen plaats.  25 november 2015  (nr. WAHV 200.148.532) Schending hoorplicht. Roodlichtgedraging. De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat de geeltijd van 2,9 seconden niet voldoet aan de NEN-norm in de Regeling Verkeerslichten. Aan die tot de wegbeheerder gerichte norm kan een individuele weggebruiker geen rechten ontlenen. Relevant is de vraag of tijdig kon worden gestopt voor het rode verkeerslicht. Het hof rekent met behulp van de remwegformule uit dat de betrokkene met zijn motorfiets tijdig voor de stopstreep voor het rode licht had kunnen stoppen. Sanctie terecht opgelegd. 

13 oktober 2015  (nr. WAHV 200.148.870) De sanctie is opgelegd aan een vennootschap onder firma, die ten tijde van het opleggen van de sanctie is ontbonden en voortgezet als eenmanszaak, zo blijkt uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel. Gevolgen? Het hof haalt zijn arrest van 11 juli 2011 (ECLI:NL:GHLEE:2011:BR2226) aan en oordeelt dat er geen bevoegdheid bestond de betrokkene een sanctie op te leggen omdat de betrokkene ten tijde van het opleggen ervan reeds voor derden kenbaar was opgehouden te bestaan. De sanctiebeschikking wordt vernietigd.

12 oktober 2015  (nr. WAHV 200.149.527) 24 RVV 1990. Sanctie ter zake van “parkeren op gelegenheid voor onmiddellijk laden en lossen van goederen.” De betrokkene bracht een televisie terug naar de Mediamarkt en doet een beroep op de uitspraak van de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2014:445. Heeft het voertuig uitsluitend stilgestaan zo lang als nodig was voor het ononderbroken verrichten van het geheel van handelingen dat redelijkerwijs noodzakelijk is om de zaken uit het voertuig te halen en aan de geadresseerde af te geven? Het hof oordeelt dat er sprake was van parkeren. Voor het bepalen of sprake is van redelijkerwijs noodzakelijke handelingen voor de afgifte of ontvangst van zaken is mede van belang of er een alternatief was voor de betrokkene. Dat was er.

25 september 2015  (nr. WAHV 200.142.866)

5 WAHV. Reële mogelijkheid tot staandehouding. Op locatie 1 worden snelheidsmetingen verricht met een radarvoertuig en de sancties worden opgelegd aan de kentekenhouders. Tegelijkertijd worden op locatie 2 snelheidsmetingen verricht met een lasergun waarbij de overtreders staande worden gehouden. De verbalisant gaf zijn bevindingen op locatie 1 ook door aan de collega’s op locatie 2. zodat de bestuurders daar op de door hem op locatie 1 gemeten snelheid konden worden aangesproken. De betrokkene is op locatie 2 aangesproken op zijn snelheidsovertreding op locatie 1. De inleidende beschikking wordt vernietigd omdat de sanctie ten onrechte met toepassing van artikel 5 WAHV aan de betrokkene als kentekenhouder is opgelegd.

 24 september 2015  (nr. WAHV 200.148.003)

4 WAHV. Sanctie ter zake van parkeerovertreding vernietigd wegens schending verdedigingsbelang. In strijd met artikel 4, tweede lid, eerste zin, WAHV kiest deze verbalisant er altijd voor om geen aankondiging van beschikking achter te laten en de beschikking pas op het bureau uit te schrijven. Juist bij een parkeerovertreding wordt het een betrokkene zo moeilijker gemaakt zich te verweren. De betrokkene is in dit geval door het niet achterlaten van een aankondiging van beschikking (in combinatie met het niet fotografisch vastleggen van de situatie door de verbalisant) zodanig in zijn verdedigingsbelang geschaad dat de beschikking moet worden vernietigd.

Terug
BEL NU
VERKEERSBOETES