TerugROTTERDAM/BEEGDEN – Een automobilist die bij een snelheidscontrole wordt geflitst, kan ook de foto van de auto voor en achter hem opvragen. Dat heeft de Rotterdamse rechtbank bepaald.
Foto’s van de andere auto’s kunnen soms bewijzen dat de radarapparatuur verkeerd is afgesteld, legt juridisch adviseur Clemens Meerts uit Beegden uit. Hij bracht de kwestie voor de rechter namens een Rotterdamse klant die in zijn BMW werd geflitst bij een radarcontrole. Meerts zette eerder met succes vraagtekens bij de werking van radarapparatuur. In juridische procedures wist hij boetes van klanten ongedaan te krijgen.
Jaarlijks vragen tienduizenden bekeurde automobilisten hun eigen ‘flitsfoto’ op. In sommige politieregio’s kan dat inmiddels online. Dit systeem is zo opgezet dat alleen de eigen foto opvraagbaar is.
Volgens een woordvoerster van de nationale politie wordt incidenteel ook om de foto’s van andere auto’s gevraagd. Sommige politieregio’s gaven die beelden in de voorbijgaande jaren af, andere niet. „Afgelopen zomer zijn we daarom helemaal gestopt met het verstrekken van foto’s van andere auto’s. Automobilisten mogen alleen hun eigen foto opvragen”, legt een woordvoerster van de nationale politie uit.
Volgens Meerts komt die weigering voort uit gemakszucht. De politie vindt het volgens hem vooral ‘lastig’ om de beelden op te zoeken en de kentekens onleesbaar te maken. Hij is daarom ook blij dat hij nu van de Rotterdamse rechtbank alsnog gelijk krijgt. „Handhaving moet goed gebeuren. Doordat wij justitie op problemen wijzen, wordt de handhaving alleen maar beter en eerlijker”, stelt hij. „Je kunt op de foto’s aan de stand van de auto zien of er bijvoorbeeld sprake is van reflectie. In dergelijke gevallen is iemand ten onrechte geflitst.”
Om de beelden te krijgen deed Meerts een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur. De Rotterdamse politie bepleitte dat de foto’s niet onder die wet vallen, omdat het ‘politiegegevens’ zijn. Volgens de rechter is er echter geen bezwaar tegen het afgeven van de beelden als de kentekens onherkenbaar zijn gemaakt.
Met de uitspraak in de hand zijn ook andere foto’s op te vragen, denkt Meerts. Zo kun je bijvoorbeeld alle beelden op één bepaalde weg opeisen, denkt hij.
Of de impact van de uitspraak inderdaad zo groot is, durft de woordvoerster van de nationale politie nog niet te zeggen. „Andere rechters oordeelden anders. We moeten deze uitspraak nog bestuderen. Er liggen ook nog zaken bij de Raad van State waar we eerst een uitspraak van willen zien.”
Bron: Dagblad de LimburgerTerug