Voor de meeste Nederlanders was de troonrede in 2005 niet te volgen. Een kwart van de Nederlanders had met enige moeite begrepen wat de regering het komend jaar van plan is. Slechts 15 procent begreep de troonrede moeiteloos. Dit concludeert BureauTaal, een adviesbureau dat gemeentes, ministeries en bijvoorbeeld de Rijksvoorlichtingsdienst helpt in eenvoudige taal hun zegje te doen. Overigens stelt het bureau vast dat de troonrede aardig in de pas loopt met de manier waarop de overheid communiceert: over het algemeen begrijpt 60 procent van de Nederlanders daar niks van.
“Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker”, is een bekende slogan van de belastingdienst, per definitie onderdeel van de overheid. Ik begrijp goed dat de overheid ons niet kan garanderen dat het komend jaar leuker wordt, maar het kan blijkbaar ook niet makkelijker. Wie zit er te wachten op de invuloefeningen in de formulieren voor “Zorgtoeslag”, “Huurtoeslag” en “Kinderopvangtoeslag”? Met daarin termen als “verzamelinkomen”, “toetsingsinkomen” en “toeslagpartner”? Of wat te denken van de inefficiënte levensloopregeling, wie begrijpt de kern van deze regeling?
Uiteraard ligt de ruis in de communicatie tussen de overheid als zender van de informatie en de burger als ontvanger daarvan niet eenzijdig bij de overheid. Er zijn burgers die zich wel erg weinig interesseren in de regels in ons land. Zo hoor ik steeds vaker van mensen dat ze geen krant lezen; en dat is dan niet omdat zij het internet als alternatief voor de krant zijn gaan gebruiken om de actualiteit tot zich te nemen. Maar wat let de overheid om zich uit te drukken in een taal die de burger begrijpt? Dat is heel goed mogelijk, ware het niet dat veel ambtenaren die taal zelf al niet meer spreken.
In het bestuursrecht is dit probleem aan de orde van de dag. Maak eens bezwaar en motiveer het kort en goed. Zelfs dan krijgt u doorgaans een uitspraak op uw bezwaarschrift die nauwelijks te lezen is. Ook juristen wrijven zich nog wel eens in hun ogen, voordat ze begrijpen wat de overheid op schrift heeft gesteld. Lang en wollig taalgebruik, met talrijke verwijzigen naar artikelen in diverse wetten, is geen uitzondering. Heeft u ooit gehoord van “het dictum”? Hoeveel procent van de Nederlanders denkt u dat het verschil weet tussen “niet-ontvankelijk” en “ongegrond”? In de procedure is dit verschil wél cruciaal.
U wordt als burger geacht de wet te kennen. In de verhouding van machtige overheid tot u als eenvoudige burger is de ruis in de communicatie met name een probleem waar het gaat om uw rechten en plichten. De overheid krijgt Jan met de pet murw door zó te communiceren. Jan begrijpt het namelijk niet en tekent daarom maar geen beroep aan. Hij laat het erbij zitten.
Een andere manier voor de overheid om de burger moedeloos te maken is het eenvoudig weigeren te doen wat wettelijk is voorgeschreven. Het komt regelmatig voor dat de overheid stil zit en door de rechter moet worden gedwongen tot actie over te gaan. En zelfs dán is het nog maar de vraag of de overheid daar naar luistert, nu de overheid al meer dan eens heeft geweigerd om uitspraken van de rechter na te leven en zelfs verbeurde dwangsommen niet heeft betaald. Van een burger die dit – het ging om de belastingdienst - heeft meegemaakt, heb ik begrepen dat hij nu door de deurwaarder beslag gaat laten leggen op staatseigendommen om deze te verkopen en zodoende de door de rechter opgelegde dwangsom te kunnen innen.
Het is niet alleen de ambtenaar die als uitvoerder van de wet te ver gaat; de wet biedt ook wel eens de mogelijkheid daartoe. Ik zal u een voorbeeld geven over de regeling van de aangiften inkomstenbelasting.
U moest uw aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2005 indienen vóór 1 april 2006. Vervolgens heeft de belastingdienst 2 jaar en 9 maanden de tijd om de aangifte af te werken en een aanslag op te leggen. U moet de aanslag over 2005 dus uiterlijk 31 december 2008 in de bus hebben. Als u het niet eens bent met de aanslag, dient u binnen 6 weken schriftelijk bezwaar te maken. Eén dag te laat en uw bezwaar is niet-ontvankelijk. De belastingdienst heeft daarna een jaar de tijd om op het bezwaarschrift te beslissen en kan er zelfs nóg een jaar aan vast plakken. Zodoende kunt u uw uitspraak op bezwaar over uw aanslag 2005 uiterlijk medio februari 2011 verwachten. Laten we hopen dat u het met die uitspraak eens bent en niet naar de rechtbank, vervolgens gerechtshof en uiteindelijk de Hoge Raad wil stappen.
De bezwaarprocedure is een farce. Welke overheid draait nu een eigen besluit terug? Ja, als het er dik bovenop ligt, maar dan nog niet altijd. Doorgaans wordt een bezwaarschrift alleen gegrond verklaard als de gevolgen voor de overheid gering zijn. Als u het niet eens bent met een besluit van de overheid, is het maar beter om niet veel te verwachten van de bezwaarprocedure. Het is een fase die noodgedwongen moet worden doorlopen om bij de rechter te komen.
De bezwaarprocedure is een ultieme filter voor de overheid om rechthebbenden van de rechter weg te houden. Dit is erg handig voor de overheid, want zij handelt nog al eens tegen beter weten in. Steevast tikt de rechter de overheid op de vingers. Het helpt telkens alleen de burger die naar de rechter is gestapt. De anderen zijn de klos. Zij hebben de overheid niet begrepen.