Een ingrijpende restauratie kan tijdrovend zijn en maanden gaan duren. Dit geldt met name bij restauraties waarbij u uit twee of meer auto's slechts één goede oldtimer bouwt of laat bouwen. Als u een 'onderdelenauto' heeft gekocht, betaalt u voor deze auto ook motorrijtuigenbelasting tenzij u die auto door een erkend sloopbedrijf laat aanmelden als sloopauto of definitief naar het buitenland overbrengt. Dit blijkt onder meer uit een uitspraak van Hof Arnhem. De zaak was als volgt.
Een Fransman had een gebruikte auto in Nederland gekocht en die definitief naar Frankrijk overgebracht. Hij ontving over het laatste kwartaal van 1999 een aanslag motorrijtuigenbelasting. De man maakte bezwaar en stelde dat de auto al jaren niet meer in Nederland is geweest en dat hij de auto alleen voor de onderdelen had gekocht en daarna voor vernietiging had laten afvoeren. De inspecteur wees het bezwaar echter af.
Het Hof stelde voorop dat het 'houderschap' van een auto het belastbare feit is voor de motorrijtuigenbelasting. Volgens de Wet op de motorrijtuigenbelasting is een 'houder' van een auto onder meer degene op wiens naam een auto in het kentekenregister staat. De motorrijtuigenbelasting wordt geheven van degene die bij aanvang van een heffingstijdvak houder is van een auto. Het houderschap neemt echter een einde als de houder de auto overdraagt volgens de voorgeschreven procedures voor:
Bij sloop ter restauratie van een andere auto merkte het Hof op dat de houder van de onderdelenauto zijn houderschap kan beëindigen door:
Als de auto tijdelijk naar het buitenland wordt overgebracht dan blijft de auto in het Nederlandse kentekenregister ingeschreven. Dit is alleen anders als de houder om een schorsing van het kentekenbewijs verzoekt. Hetzelfde geldt als de auto niet definitief naar het buitenland wordt overgebracht maar wel voor een langere periode in het buitenland wordt gebruikt. In deze gevallen blijft het houderschap bestaan en betaalt de houder in Nederland nog steeds motorrijtuigenbelasting. Pas als de auto definitief naar het buitenland wordt overgebracht kan de houder zijn houderschap via de voorgeschreven procedure beëindigen. (Dit laatste houdt in dat u de auto afmeldt bij een districtskantoor van de Rijksdienst voor het Wegverkeer en daarbij het kentekenbewijs inlevert).
De Fransman had niet de benodigde handelingen verricht om zijn houderschap te beëindigen. Het Hof concludeerde daarop dat de aanslag terecht was opgelegd.
Bron: Hof Arnhem, 25-9-2001, nr. 00/00556