Zorg altijd voor een vrijwaringsbewijs als u uw auto gaat verkopen

Terug

Als u uw voertuig verkoopt, moet u er voor zorgen dat het voertuig op naam van de koper wordt gezet. Gebeurt dat niet, dan blijft u aansprakelijk voor de motorrijtuigenbelasting, verzekering, APK en eventuele bekeuringen. U moet er voor zorgen dat u bij verkoop een officieel vrijwaringsbewijs krijgt.

Wat betreft de motorrijtuigenbelasting zijn de regels als volgt. Deze belasting wordt geheven van degene die houder is van een personenauto. In het overgrote deel van de gevallen is de houder de persoon op wiens naam de auto in het kentekenregister staat gesteld. Er zijn echter ook andere vormen van houderschap. Het gaat dan bijvoorbeeld om een situatie waarbij iemand een auto feitelijk ter beschikking heeft waarvoor geen kenteken is afgegeven of waarbij iemand in Nederland feitelijk de beschikking heeft over een in het buitenland geregistreerde auto. Ook eventueel opgelegde naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting worden aan de houder opgelegd. Bij de laatste twee vormen van houderschap kan het in voorkomende gevallen uit oogpunt van bewijspositie moeilijk zijn om te bewijzen wie de ‘echte houder’ van een personenauto is.

Dat ondervond een vrouw die haar auto in 1995 met een Frans garagebedrijf had geruild voor een andere auto. Het kenteken van haar auto werd vanwege de uitvoer naar Frankrijk eind 1995 uit het kentekenregister uitgeschreven. Bij een controle in 2001 bleek dat de auto nog steeds met dezelfde kentekenplaat in Nederland rondreed als die waarmee de vrouw had rondgereden. Daarnaast was de auto met dezelfde kentekenplaat in 2002 betrokken geweest bij een aanrijding in Friesland.

De inspecteur stelde dat met de auto nog steeds gebruik werd gemaakt van de weg in Nederland en dat de auto aldus feitelijk ter beschikking stond van de vrouw. Hij legde haar twee naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting op van in totaal € 1.434.

De vrouw had de schijn tegen zich dat zij (nog steeds) houder was van de auto, maar voor het Hof vond zij uiteindelijk voor haar bezwaar hiertegen gehoor. Op de foto’s van de controle uit 2001 was de bestuurder van de auto niet zichtbaar. Bovendien had zij een getuige uit Frankrijk meegenomen die op de zitting voor het Hof verklaarde dat hij eind jaren negentig de auto van het Franse garagebedrijf had gekocht bij wie de vrouw de auto had ingeruild tegen een vrachtwagen. De getuige verklaarde dat de vrouw niet meer in de auto had gereden en ook dat hij de bestuurder van de auto was bij de aanrijding in Friesland.

Het Hof vond het al met al toch aannemelijk dat de vrouw gedurende de periode waarop de naheffingsaanslagen betrekking hebben, geen houder was van de auto en vernietigde de naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting.

Bron: Hof Leeuwarden, 26-8-2005, nr. 457/03
 



Terug
BEL NU
VERKEERSBOETES