Accepteer correctie wegens eigen spaargeld kind niet
De belastingdienst is actief met het corrigeren van aftrekposten voor de kosten van het levensonderhoud van de kinderen van belastingplichtigen die geen kinderbijslag ontvangen. Het gaat om kinderen met een bedrag aan spaargeld dat hoger is dan de bijstandsnorm. Op basis daarvan stelt de fiscus dat de belastingplichtige de uitgaven niet noodzakelijk heeft gedaan. Het kind zou zelf in zijn levensonderhoud moeten kunnen voorzien, zo stelt de belastinginspecteur.
Zonder enige beoordeling van het specifieke geval zet de belastingdienst een streep door de aftrekpost, louter vanwege de overschrijding van de vermogensnorm uit de bijstand. Er zijn echter goede redenen om in deze theorie van de belastinginspecteur niet mee te gaan. Ook is er gunstige jurisprudentie beschikbaar. Onbegrijpelijk is dan ook dat de belastinginspecteur in een recente casus, ondanks mijn onderbouwde zienswijze tegen zijn voornemen, toch de aanslag oplegde.
Ook na indiening van het bezwaarschrift probeerde de fiscus nog vast te houden aan de correctie: ik kreeg een telefoontje met de mededeling dat de inspecteur voornemens was om het bezwaar ongegrond te verklaren en of ik het bezwaarschrift daarom ‘even’ wilde intrekken. Dit is niet zoals het hoort. Zou een bezwaar volgens de inspecteur ongegrond zijn, dan ontneemt de belastingdienst met dit voorstel de belastingplichtige de mogelijkheid om binnen 6 weken na de beslissing van de inspecteur, na goede overweging en eventuele inwinning van advies, de procedure voort te zetten bij de belastingrechter. In het geval een bezwaar wel gegrond is, dan dient dat formeel correct te worden afgehandeld met een officiële gegrondverklaring. Dat is wel zo duidelijk voor de rechtspositie. Dit om geschillen over de afhandeling te voorkomen. Na een intrekking sta je bij dergelijke geschillen immers met lege handen; de weg naar de rechter is dan definitief afgesloten. Een gegrond bezwaar door de burger laten intrekken doet ook geen recht aan de statistieken. Als inspecteur kun je mooie sier maken bij het management als alle gegronde bezwaren worden ingetrokken: “baas, van de bezwaarschriften tegen mijn besluiten is er geen enkele gegrond verklaard”. Jaja.
Afschepen liet ik me echter niet en vertelde de medewerkster van de belastingdienst dat mijn cliënt naar mijn mening een goede kans had om deze zaak bij de rechter te winnen op basis van inhoudelijke argumenten en specifieke uitspraken van belastingrechters. Vervolgens hoorde ik niets van de belastingdienst. De inspecteur liet zijn termijn om op het bezwaar te beslissen ongebruikt voorbijgaan. De volgende poging om niet tot een voor de belastingplichtige gunstige beslissing te komen? Een ingebrekestelling was nodig om zijn beslissing te ontvangen.
De aanhouder wint. Ik geloof daarin, mits je een punt hebt natuurlijk. Ook in dit geval won de aanhouder, gelet op het verloop van het dossier en de inspecteur die vervolgens wel erg gemakkelijk omging na zijn voornemen tot afwijzing van het bezwaarschrift: “Ik heb de reacties die in de aanslagregeling zijn opgestuurd nogmaals beoordeeld en ben van mening dat uw cliënt recht heeft op de aftrek kosten levensonderhoud…”.
De aap kwam uit de mouw.
mr. drs. C.M.J.E.P. (Clemens) Meerts
procesjurist en fiscalist
clemens@meerts.nl