Niet als enige, maar waarschijnlijk wel als eerste, heb ik een proefproces gestart tegen de opheffing van vrijstelling voor oldtimers in de motorrijtuigenbelasting. Dit beroep wordt op 10 oktober 2014 behandeld door de meervoudige belastingkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Ik noem het een proefproces, omdat reuze interessant is wat de uitkomst van deze procedure zal zijn en daarom op voorhand kan worden gezegd dat deze zaak door de verliezende partij zal worden voortgezet in hoger beroep bij het gerechtshof en daarna nog in cassatie bij de Hoge Raad. Voor de belastingrechter is het geen proefproces. Hij moet daadwerkelijk oordelen over de belastingvrijstelling die ik van de wetgever en de belastingdienst sinds 1 januari 2014 niet meer mag genieten voor het bezit van mijn Jaguar XJS uit 1978.
Naar mijn weten loop ik met dit proefproces vooruit op de mensen van “Vrijstelling Oldtimer” van de Stichting Autobelangen, de club van Wouter van Embden (www.vrijstellingoldtimer.nl). Wellicht komt dit doordat ik mijn procedures (2 stuks) reeds eerder dit jaar ben gestart en zij volgens mij nu pas met de beroepsfase bezig zijn. Immers roepen zij nu mensen op om als proefkonijn te dienen.
Ten eerste wordt aan de belastingrechter voorgelegd dat de belastinginspecteur kort na de tenaamstelling van mijn auto een persoonlijke beschikking heeft afgegeven, waarin hij mij voor deze auto vrijstelling heeft verleend van de motorrijtuigenbelasting en wel voor onbepaalde tijd. Deze vrijstellingsbeschikking heeft hij niet ingetrokken. De belastinginspecteur beweert dat de nieuwe wettelijke regeling meebrengt dat de vrijstellingsbeschikking niet meer geldig is. Ik betwist dat en doe juist expliciet een beroep op deze beschikking. Als de inspecteur de beschikking alsnog voor de toekomst zou willen intrekken, mis ik daarvoor de wettelijke grondslag.
Het Europese recht beschermt voorts het eigendom tegen ongerechtvaardigde inbreuken. Omdat er te weinig tijd is gelegen tussen de aankondiging van de belastingdienst dat ik voor deze auto weer belasting moet gaan betalen in december 2013 en de ingangsdatum van 1 januari 2014 waarop de vrijstelling (volgens de belastingdienst althans) is vervallen, vraag ik de belastingrechter te oordelen dat er sprake is van een ongerechtvaardigde inbreuk op mijn eigendom. Op een dergelijk korte termijn kun je immers niet anticiperen op de nieuwe wetgeving en een keuze maken, bijvoorbeeld voor een ander vervoermiddel of behoud van de auto. Ter nadere onderbouwing van dit argument inzake het eigendom heb ik de uitgebreide rapportage “het complete en eerlijke verhaal” van Vrijstelling Oldtimer (http://www.vrijstellingoldtimer.nl/Dossier_VrijstellingOldtimer.pdf) bij de processtukken gevoegd.
Als gevolg van het verlies van de vrijstelling moet voortaan uiteraard belasting worden betaald, maar ook is de auto minder waard geworden. Over beide schadeposten moet de belastingrechter oordelen.
Om in juridische termen te blijven: Wordt vervolgd!
Clemens Meerts