Een niet APK-gekeurde oldtimer stond op particulier terrein en maakt geen gebruik van de openbare weg. Auto dient wel gekeurd te zijn. Indien een betrokkene dit niet wil, kan de betrokkene gebruik maken van de mogelijkheid om kentekenbewijs te schorsen. De omstandigheid dat het de betrokkene niet duidelijk was dat de auto gekeurd diende te zijn, geeft het hof geen aanleiding de sanctie op nihil te stellen dan wel om deze te matigen. De betrokkene had informatie kunnen inwinnen bij de RDW, die had op daartoe strekkende vragen kunnen informeren dat de keuringsplicht ook geldt wanneer het voertuig zich niet op de weg bevindt en dat voor oldtimers geen uitzondering op de keuringsplicht geldt. Naar het oordeel van het hof zijn er dan ook geen omstandigheden gebleken van dien aard dat deze het opleggen van de onderhavige administratieve sanctie niet billijken of welke tot matiging van de opgelegde sanctie dienen te leiden. (Gerechtshof Leeuwarden, 27 februari 2007).
Geen uitkering van verzekering bij opzettelijke aanrijding
X wonende te Venlo heeft bij Nationale Nederlanden een motorrijtuigenverzekering afgesloten (WA met cascodekking) voor een Mercedes 600. Op 28 december 1998 is X betrokken geweest bij een verkeersongeval te Maasbree. Ten gevolge van dit ongeval is de Mercedes beschadigd en 'total loss' verklaard. De schade op basis van dagwaarde is vastgesteld op tienduizenden euro’s. X vordert van Nationale Nederlanden vergoeding van deze schade.
De Mercedes van X is aangereden door een gehuurde bedrijfsauto, die werd bestuurd door Y. Y is op 20 januari 2000 door de Kantonrechter te Venlo veroordeeld tot een geldboete wegens overtreding van art. 5 van de Wegenverkeerswet (gevaar veroorzaakt op de weg).
Op 7 mei 1999 is door de hoofdinspecteur van de politie, hoofd van de afdeling regionale Criminele Inlichtingen Dienst (CID) van de regiopolitie Limburg Noord in een ambtsedig proces-verbaal neergelegd: "Y heeft een bedrag van meerdere duizenden guldens verdiend door de aanrijding met de Mercedes van X in scène te zetten. Betreft de aanrijding dd 28 december 1998 te Baarlo met de Mercedes Benz 600 oldtimer met het kenteken Z."
Door de schade-expert van Nationale Nederlanden is op 25 mei 1999 tegen X aangifte gedaan wegens oplichting. Het Openbaar Ministerie heeft afgezien van vervolging.
In opdracht van Nationale Nederlanden heeft Bosscha Ongevallenanalyse een toedrachtsonderzoek laten uitvoeren.
Voor de rechtbank is in geschil of de aanrijding opzettelijk is veroorzaakt na enscenering in overleg tussen X en Y. Zoja, dan beroept Nationale Nederlanden zich terecht op de in de polisvoorwaarden opgenomen opzetclausule en hoeft de schade niet te vergoeden.
Nationale Nederlanden stelt onder meer het volgende:
- X en Y zijn bekenden van elkaar
- de door Y ten tijde van de aanrijding bestuurde bedrijfsauto is in opdracht van X gehuurd en door X werd de huur van deze auto voldaan
- Het kruispunt waarop het ongeval heeft plaatsgevonden was niet onoverzichtelijk nu het uitzicht ter plaatste nagenoeg onbelemmerd was.
- De op 9 april 1999 bij Nationale Nederlanden binnengekomen anonieme tip alsmede het door de CID opgemaakte proces-verbaal dat de aanrijding tussen X en Y in scène zou zijn gezet.
- Het feit dat X blijkbaar van de auto af wilde nu deze ter verkoop was aangeboden aan een autobedrijf te Uden, welk bedrijf vervolgens niet in is gegaan op het aanbod.
- Uit de tegenover de politie afgelegde -anonieme- getuigenverklaring blijkt dat X geldzorgen had en ook al eens deze getuige had voorgesteld een aanrijding met zijn Mercedes te ensceneren.
- Uit het door Bosscha Ongevallenanalyse uitgevoerde toedrachtsonderzoek blijkt dat de door X gestelde toedracht van de aanrijding niet juist kan zijn.
De rechtbank oordeelt dat uitgangspunt is dat Nationale Nederlanden in beginsel het bewijs draagt van haar stellingen. De rechtbank is van oordeel dat X de stellingen en bevindingen van Nationale Nederlanden onvoldoende heeft weerlegd. Zo is X niet nader ingegaan op de door Nationale Nederlanden overgelegde foto's en de rapportage van Bosscha waaruit blijkt dat er sprake is van een rechte landweg waar het hoogst aannemelijk is dat X de laatste 8 - 10 meters voor de T-splitsing de bestelwagen onbelemmerd heeft moeten zien aankomen. Ook Y heeft de Mercedes van X moeten zien naderen. Evenmin heeft X zijn verweer nader onderbouwd daar waar Nationale Nederlanden heeft gesteld dat het schadebeeld, bestaande uit een forse flankschade aan de Mercedes, niet overeenkomt met enkel door X gestelde verwondingen van een paar "scheurtjes" in zijn ribben. De rechtbank wijst de gevorderde schadevergoeding af en veroordeelt X in de kosten van de procedure.
(Rechtbank Den Haag, 24 april 2002)