TerugVerkoper en koper staan voor de rechter. Verkoper handelt onder de naam Frawi Specialist in Porsche. Koper heeft op 15 maart 2019 voor € 10.000 een Porsche 944 uit 1985 gekocht van verkoper. Koper heeft de Porsche ter registratie aangeboden bij de Belgische keuringsinstantie, Groep Autoveiligheid. Bij de keuring bleek dat het bij de rechtervoorwiel ingeslagen chassisnummer niet overeen kwam met het identificatieplaatje rechtsvoor bij de accu. De registratie heeft daarom (nog) niet kunnen plaatsvinden.
Er is diverse e-mailcorrespondentie tussen diverse partijen overgelegd. Voor zover van belang inhoudende: Op 8 april 2019 van Autokeuring Malle aan koper: “
Zoals daarstraks met uw vader besproken dient uw voertuig een attest van Porsche (mag België zijn) voorzien te worden. Indien het enkel over het ingeslagen chassisnummer zou gaan zou een attest van RDW volstaan, maar doordat er een verschil is met het chassisnummer t.o.v. het identificatieplaatje (sticker) dient het van het merk zelf te komen. Zij kunnen u dan ook van een correct identificatieplaatje voorzien. Volgens de berichten die ik krijg werkt afdeling Porsche Dieteren wel enigszins mee waardoor er toch slaagkans is dat u de benodigde attesten zou kunnen bekomen.” Op 9 april 2019 mail van koper aan verkoper: “
Ik wil toch even op mail zetten dat de Belgische overheid niets uit zichzelf gaat ondernemen omdat wij de wagen hebben aangeboden bij de keuring en het identificatieplaatje (waarover al gesproken is) niet overeenkomt met het chassisnummer. De keuring weet ook dat de wagen niet geseind staat, het gaat enkel en alleen over de twee nummers die niet overeen komen. Wij zelf gaan ook niet zelf bij Porsche België aankloppen voor dit plaatje. Wij zijn van mening dat u dit in orde dient te brengen (eventueel Porsche Nederland), eveneens met het attest dat de chassisnummer is herslagen van RDW. Dus zolang het plaatje niet overeenstemt met de chassisnummer wil de Belgische keuring deze wagen niet op de baan brengen. Wij stellen voor dat we de wagen terug brengen dat u dit in orde kan maken, met een garantie dat wij de auto of het geld (als dit niet in orde komt) terug kunnen krijgen.” Op 10 april 2019 van verkoper aan koper: “
Ik heb de Porsche verkocht in Nederland en ben niet op de hoogte van de invoer eisen in België. De auto is in Nederland voorzien van een ander nummer en deze wordt altijd gecheckt bij de APK. Volgens de RDW in Nederland neemt normaal gesproken de Belgische instantie contact op met de RDW in Nederland om dit te verifiëren. Dat dat nu niet is gedaan is vreemd. Ik heb vanmiddag wederom gebeld met de RDW en U als eigenaar kan een verzoek indienen bij de RDW. Het verzoek om verklaring van niet origineel zijn van het chassis nummer. Ik ben zelf niet verantwoordelijk voor de afhandeling van allerlei zaken maar wil u graag helpen om dit tot een goed einde te brengen.” Op 26 april 2019 heeft iemand van Groep Autoveiligheid, per mail aan koper bericht: “
Beste, Ik ga het even samenvatten wat de huidige stand van zaken is. Wat de chassisnummer betreft heb ik bevestigd gekregen dat dit overeenstemt met de gegevens van RDW en dus aanvaard mag worden. Wat het identificatieplaatsje betreft; dit mag enkel afgeleverd worden door de constructeur (hier staat RDW dus volledig buiten). Indien u kan aantonen dat dit door Porsche Nederland, Porsche Duitsland, D’ieteren België (= officiële mandataris Porsche) afgeleverd werd d.m.v. factuur afgeleverd door hun (dus niet van de handelaar in Nederland) wordt dit identificatieplaatsje aanvaard. Indien dit niet aangetoond kan worden kunnen wij hieruit enkel concluderen dat dit niet door hen is afgeleverd en we dit dus niet (ook al zijn alle gegevens correct) mogen aanvaarden.” Ook is een e-mail bericht van de gedelegeerd bestuurder van Groep Autoveiligheid overgelegd: Hierbij bevestigen wij dat het identificatieplaatje van de constructeur of zijn mandataris dient te komen. Gezien er twijfel bestond met betrekking tot het gewijzigde identificatieplaatje werd bevestiging gevraagd dat het identificatieplaatje afkomstig is van de constructeur.” Koper heeft een e-mailbericht d.d. 4 september 2019 afkomstig van Pon’s Automobielhandel B.V. Porsche import overgelegd: “
3 september jl. hebben we de Porsche 944 onderzocht van koper. Hierbij hebben we het onderstaande geconstateerd. De auto is voorzien van twee chassisnummers. Ter controle welk chassisnummer als origineel in de auto aanwezig zou moeten zijn hebben we gecontroleerd of de uitvoering van de auto overeen komt met de fabrieksgegevens van Porsche. Met deze fabriek gegevens kunnen we zien in welke uitvoering de auto de fabriek destijds heeft verlaten. Hiermee bedoelen we bijvoorbeeld: kleurauto, versnellingsbaktype en nummer, motortype en nummer, opties etc. Deze controle hebben we voor beide chassisnummers uitgevoerd en in beide gevallen is de conclusie dat niet is vast te stellen dat één van de bovengenoemde chassisnummers origineel toebehoort aan de getoonde Porsche 944. De kleur van de auto, het versnellingsbaknummer en het motornummer komen niet overeen met de twee voertuigkaarten die we hierbij gecontroleerd hebben. Uit het motornummer van de getoonde Porsche kunnen we zelfs opmaken dat dit een motorblok zou moeten zijn van een Porsche uit 1983. In de bijlage treft u onze bevindingen uitgeschreven. Tevens hebben we de twee voertuigkaarten met fabrieksdata toegevoegd.
Koper vordert dat de kantonrechter voor recht zal verklaren dat de door hem aangekochte Porsche 944 niet de eigenschappen bezit die koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten, de koopovereenkomst zal ontbinden en verkoper zal veroordelen om aan koper te voldoen het bedrag van € 11.278,89 te vermeerderen met wettelijke rente.
Zo niet, dan vordert koper de koopovereenkomst te vernietigen en Frawi te veroordelen om aan koper te voldoen het bedrag van € 11.278,89 te vermeerderen met wettelijke rente. In beide gevallen vordert koper om verkoper te veroordelen om aan koper de buitengerechtelijke incassokosten te voldoen en de kosten van de procedure.
Koper stelt hiertoe dat het geleverde voertuig niet voldoet aan de overeenkomst nu het voertuig niet de eigenschappen bezit die koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Het chassisnummer van de auto komt niet overeen met het nummer op het identificatieplaatje, sterker, beide nummers behoren niet toe aan de door koper aangekochte auto. Koper kan de auto daardoor niet gebruiken voor het doel dat hij voor ogen had, namelijk het rijden met de auto in België. Nakoming is blijvend onmogelijk. Daarnaast beroept koper zich er op dat de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling. Koper mocht er redelijkerwijs van uit gaan dat hij een auto kocht met corresponderende chassisnummers, bovendien chassisnummers die toebehoorden aan de Porsche en niet aan een andere, oudere Porsche. Bij een juiste voorstelling van zaken zou de overeenkomst nimmer door koper zijn gesloten.
Verkoper betwist dat er sprake is van non-conformiteit. De Porsche voldeed en voldoet aan dat wat nodig is om er normaal gebruik van te kunnen en mogen maken op de Nederlandse weg en conform de Nederlandse regelgeving en voldoet en voldeed aan wat men doorgaans van een ruim 34 jaar oude Porsche mag verwachten. Koper heeft elk onderzoek nagelaten. Zou er sprake zijn van dwaling dan dient dat voor zijn rekening en risico te komen.
Het chassisnummer komt overeen met het (Nederlandse) kenteken. RDW heeft de auto destijds voorzien van een nieuw chassisnummer, daar is de RDW ook toe bevoegd. Dat er elders op de Porsche nog een ander chassisnummer vindbaar is, is in Nederland niet van belang, gezien het feit dat de Porsche voorzien was van Nederlandse platen en een geldig APK, zo ook een geldige toelating (gekeurd en akkoord bevonden door RDW).
Het is niet aan Pon’s Automobielhandel om vast te stellen of een ingeslagen chassisnummer origineel toebehoort aan de Porsche, nu daar juist de RDW voor bestaat. Zou Pon contact hebben opgenomen met de RDW, dan had deze onduidelijkheid eenvoudig kunnen worden opgelost. Koper zou ook contact op kunnen nemen met de Dienst Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) in België. Die zou op haar beurt alle benodigde informatie bij de RDW moeten kunnen opvragen om vervolgens de Porsche alsnog van de juiste documentatie te kunnen voorzien.
De beoordeling van het geschil door de kantonrechter. Aan de orde is of de Porsche 944 de eigenschappen bezit die koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten nu het nummer op het identificatieplaatje niet overeenkomt met het door het RDW ingeslagen chassisnummer. Een zaak voldoet niet aan de overeenkomst als zij - mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan - niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, almede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. De koper kan zich er niet op beroepen dat de zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt wanneer hem dit ten tijden van het sluiten van de overeenkomst bekend was of redelijkerwijs bekend kon zijn. De kantonrechter begrijpt dat de Porsche in Nederland gewoon de weg op kan. Het ingeslagen chassisnummer is het bij de RDW bekende nummer waar ook het kentenen van de auto voor is afgegeven. Dat het chassisnummer overeenkomt met de gegevens van RDW en dus aanvaard mag worden, bevestigt ook Groep Autoveiligheid (e-mail d.d. 26/4/2019). Dat beide nummers niet toebehoren aan de door koper gekochte auto, zoals koper stelt, klopt dan niet. De kantonrechter begrijpt dat het, anders dan in Nederland, in België verplicht is dat de auto een identificatieplaatje/-sticker heeft en dat dit bij elke keuring wordt gecontroleerd. Indien de sticker ontbreekt of niet meer leesbaar is of het nummer niet overeenkomt met het chassisnummer komt de auto de keuring niet door. In Nederland is enkel het ingeslagen chassisnummer bij de APK keuring van belang. Het identificatieplaatje/-sticker is een soort geboortekaartje dat belangrijke kenmerken van de auto bevat en dat door de fabrikant op de auto wordt aangebracht. Van een nieuwe of nagenoeg nieuwe auto mag een koper dan ook verwachten dat beide nummers aanwezig zijn, overeenkomen en leesbaar zijn. In het onderhavige geval betreft het echter een ruim 34 jaar oude auto, een oldtimer. Van een oldtimer kan men verwachten dat in de loop der jaren reparaties hebben plaats gevonden en onderdelen zijn vervangen. Dit zou anders zijn als men een oldtimer auto in originele staat zou hebben gekocht. Niet in geschil is dat daarvan geen sprake is. Door het vervangen van onderdelen kan mogelijk ook een chassissticker verdwijnen/ erbij komen of niet meer leesbaar zijn. Voor Nederlandse begrippen is dit plaatje voor de keuring niet belangrijk. Niet in geschil is dat de auto wel alle eigenschappen bezit die voor normaal gebruik in Nederland nodig zijn. Voor zover voor verkoper was te voorzien dat de auto in België ingevoerd moest worden en dit als bijzonder gebruik moet worden aangemerkt als bedoeld in voormeld artikel, kan niet van verkoper worden verwacht dat hij op de
hoogte is van de regelgeving in het buitenland voor het kunnen invoeren van de auto. Ook is het niet aan de verkoper om te toetsen of de auto aan die regels voldoet. Met andere woorden, het had op de weg van koper gelegen om voordat hij tot koop van de auto zou zijn overgegaan zich te verdiepen in de regels voor het invoeren van auto’s in België en vervolgens te controleren of laten controleren of de auto aan die regels ook voldoet. Nu anders dan in Nederland, voor het invoeren van de auto in België de aanwezigheid van de identificatiesticker een vereiste is, had eiser dienen te onderzoeken of die sticker aanwezig was en of het nummer op de sticker overeenkwam met het chassisnummer. Het identificatieplaatje is makkelijk vindbaar. Dat het nummer niet identiek was met het chassisnummer had hem door het doen van eenvoudig onderzoek redelijkerwijs bekend kunnen zijn. Deze grond kan dan ook niet tot toewijzing van de vordering leiden. Verder beroept koper zich op dwaling. Koper stelt dat hij er redelijkerwijs van uit mocht gaan dat hij een auto kocht met corresponderende chassisnummers. Zoals reeds overwogen volgt de kantonrechter koper hierin niet. Dat verkoper wist, althans had moeten weten dat het hebben van een identificatiesticker (met gelijke nummers) voor het invoeren van een auto in België noodzakelijk is, gaat naar het oordeel van de kantonrechter ook niet op. In Nederland kan zonder problemen met de auto worden gereden. De papieren van de auto zijn daarvoor in orde. Koper had op de hoogte dienen te zijn van de noodzaak van de aanwezigheid van een identificatiesticker en de aanwezigheid en het nummer voorafgaand aan de koop dienen te checken. Nu koper dat heeft nagelaten dient de dwaling voor zijn rekening te komen. Ook op deze grond kan de vordering derhalve niet slagen. Uit het bovenstaande volgt dat de vordering dient te worden afgewezen. Koper dient als de in het ongelijk gestelde partij de kosten van deze procedure (€ 720) te dragen.
Terug